Sinds 1 januari 2012 beschikt het paritair comité 145 (pc 145) van de tuinbouw over een mobiliteitsvergoeding.

Deze vergoeding vertaalt zich het beste als een werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers.

U zal  misschien enthousiast zijn om dit te horen, maar deze mobiliteitsvergoeding zorgt voor een heleboel administratie. Zowel voor de werkgever als de werknemer.

Wij zetten snel even de bepalingen op een rijtje en geven u graag een manier mee om dit automatisch te laten bepalen.

Wat is nu een mobiliteitsvergoeding?

De lange tekst uit de cao willen we u besparen. Maar de mobiliteitsvergoeding slaat eigenlijk op de verplaatsing die de werknemer maakt in opdracht van zijn baas die los staan van het woon-werkverkeer.

Dus indien een werknemer zich moet verplaatsen naar zijn plaats van tewerkstelling (een tuin bij een particulier, een voetbalveld waar hij het gras moet afmaaien,…) en hij rijdt rechtstreeks van zijn huis of andere plaats naar deze werkplaats en hij stopt niet bij het hoofdkantoor, dan wordt hij vergoed met een extra mobiliteitsvergoeding.

Te snel? We geven een voorbeeld; Jan werkt als tuinonderhouder bij Tuinbouw T&J (onderdeel van PC 145).
Elke week krijgt Jan van zijn baas een lijst met tuinen die hij moet onderhouden.

Op dinsdagavond echter krijgt Jan telefoon om te melden dat hij de dag erna dringend een haag moet scheren.
Na het doornemen van de planning van de dag, zegt de baas dat Jan maar ’s morgens rechtstreeks van zijn woonplaats naar de dringende tussenstop moet rijden met de camionette van het werk.  

Op dat moment ontvangt Jan een mobiliteitsvergoeding naast zijn woon-werkverkeer vergoeding.

Mocht Jan eerst naar het hoofdkantoor rijden om materiaal of een collega op te pikken, dan ontvangt Jan geen mobiliteitsvergoeding omwille van de passage langs het hoofdkantoor.

Hij krijgt wel een woon-werkverkeer vergoeding en zijn werkuren beginnen te lopen vanop het moment dat hij op hoofdkantoor is.

De bedragen van de mobiliteitsvergoeding

De vergoeding die de werkgever moet betalen aan de chauffeur als mobiliteitsvergoeding bedraagt € 0,0538 per effectief afgelegde kilometer.
Dit bedrag dient de werkgever zowel tijdens de heen- als terugrit te betalen.

Er is ook een verhoging van de mobiliteitsvergoeding aanwezig voor werken of werven die op meer dan 45 kilometer gelegen zijn van de hoofdzetel.

Vanaf dit moment wordt de mobiliteitsvergoeding verhoogd met 20%.

Hoe bepaalt u nu de mobiliteitsvergoeding?

Zoals u al kan denken is het bepalen van de mobiliteitsvergoeding in de tuinbouw een sterk staaltje van administratieve opvolging.

Zo moet de werknemer nauwgezet bijhouden hoeveel kilometers hij afgelegd heeft en op welk moment.
Daarnaast moet de werkgever ook de routes precies bijhouden en vooral op tijd zijn administratie onderhouden.

De makkelijke oplossing

Er bestaat gelukkig ook een makkelijke manier om haarfijn de mobiliteitsvergoeding te bepalen.
Indien u een blackbox met badgelezer installeert in uw voertuigen, kan u dit automatisch laten registreren voor alle medewerkers.

Onze blackbox houdt namelijk nauwgezet de kilometers en tijdsbesteding van de medewerkers bij en stelt ze beschikbaar in onze overzichtelijke software.
Met alle geregistreerde gegevens kan u de mobiliteitsvergoeding in een handomdraai berekenen en exporteren naar uw sociaal secretariaat.

U zal merken dat u niet meer afhankelijk bent van ingevulde papiertjes die voor interpretatie vatbaar zijn of dagen werk heeft aan het bijhouden van alle gegevens.

Meer voordelen

Dit systeem heeft ook nog meerdere andere voordelen. U kan namelijk